From: “Excerpts from a Dialogue – The First and Last Interview”
(Mennes, to be published 2025)
“Nou, laat ik meteen met de deur in huis vallen: Ik ben er diep van overtuigd dat er een noodzaak, een ‘sense of urgency’ is… We moeten voorkomen dat het licht uitgaat over de kinderen van de kinderen van onze kinderen. Over hen die we niet eens kennen, maar waar we een heilige verplichting jegens hebben.”
“Hoe dan? Wat kan je dan doen, wat is jouw bijdrage bij dit alles?”
“Om eerlijk te zijn: heel eenvoudig. Door te vertellen wat we aan het doen zijn: waarom we uitstellen, waarom we de-dingen-doen-die-we-doen. De motieven die we daarvoor hebben. De Motivatie daarvoor…
Het is mij ten deel gevallen om daar wat inzicht in te hebben, in de Mechanismen die we gebruiken. Mechanismen die ons overeind houden, maar die nu een verontrustende neiging vertonen om zich tegen ons te keren…”
“Hoe dan?”
“Door inzicht te geven in de werking van Coping. Beter gezegd: door inzicht te geven in de werking van Collective Coping. Niet door kritiek te leveren. Alleen maar vertellen… Voor diegenen die het horen willen…”
“Hoe?”
“Door te publiceren, door het mensen te vertellen, het nieuws te verspreiden… Door de boeken, door onze site, door presentaties te geven, workshops, trainingen. Hoe klein onze bijdrage ook is, het verhaal moet verteld worden. Wat we te zeggen hebben is belangrijk.”
“Zijn we de zaak niet aan het dramatiseren?”
“Nee. Ik ben bang van niet. Er is een hele grote urgentie om te handelen, een enorme hoeveelheid kennis en kunde die ons dat vertelt.
Sterker nog, als we alles op een rij zetten, dan leven we in een heel bijzondere tijd. Voor de allereerste keer in de geschiedenis van de mensheid wordt ons gevraagd, en zijn we ook in staat, zijn we ‘toegerust’, om een aanzienlijke bijdrage te leveren en onze honger naar constante groei op te offeren om een veilige wereld, een veilige ‘haven’, te bieden aan diegenen die na ons komen. We zijn de ‘voorouders’ van hen die komen gaan. En we zullen onszelf moeten overstijgen voor hun veiligheid en hun overleving. Nee, het is geen dramatiseren van de feiten. We kunnen dit ter hand nemen. Maar dan moeten we het wel nu doen…”